Gisteren werd het akkoord tussen de Vlaamse regering en de provincie over de “persoonsgebonden materies” goedgekeurd door alle meerderheidspartijen (slechts met 35, dus niet eens in aantal!) en de N-VA. UF onthield zich, alleen Vlaams Belang stemde tegen.
Dit akkoord regelt de afspraken over de zo lang aangekondigde interne staatshervorming.
De provincie mag vrij initiatief nemen inzake de grondgebonden materies (zoals ruimtelijke ordening, leefmilieu, waterlopen enz.) en mag bovendien ook nog een hele reeks persoonsgebonden domeinen blijven beheren, weliswaar beperkt tot de deeltaken die op papier staan. Qua sportbeleid is dat bv. de gehandicaptensport.

Jan Laeremans hield een uitvoerige tussenkomst,waarin hij samengevat de volgende kritiek uitte
1) de kans werd gemist om de taken van provincies te halveren
2) burgers krijgen meer inspraak in een simpel openbaar onderzoek dan provincieraadsleden in dit akkoord. Het was te nemen of te laten, aanpassingen waren niet meer mogelijk, ook al stond er bijvoorbeeld een totaal onbegrijpelijke en foute zin in.
3) Op het vlak van welzijn bv. blijven de overlappingen bestaan, waardoor het helemaal onduidelijk is wie wat doet. Dat leidt tot dubbel werk, hogere kosten, en een gebrek aan transparantie over wie nu feitelijk verantwoordelijk is voor het beleid of wanbeleid dat er gevoerd wordt. Denk maar aan de gehandicapten die na hun 18 jaar nauwelijks in instellingen terecht kunnen.
4) Als we alle cijfertjes optellen, zal Vlaams-Brabant 3,8 miljoen euro minder krijgen van Vlaanderen. Op zich natuurlijk een grote som, maar een totale begroting van 180 miljoen euro is dat amper 2 %. Een cijfer dat duidelijk maakt dat er uiteindelijk weinig zal veranderen.

Kortom: Ze dronken een glas, ze pisten een plas en ‘t bleef juist lijk het was”