Er bereiken ons alarmerende berichten over de hygiënische verzorging van de residenten van het woonzorgcentrum Trappeniers te Zaventem. Zo zouden de bewoners maar om de vier weken een bad krijgen… Bevoegd schepen Van Craenenbroeck beklemtoont cynisch “dat de bewoners wel degelijk elke dag gewassen worden (het tegendeel zou onvoorstelbaar zijn), maar dat het wel kan dat ze eens twee weken niet in bad zijn geweest…..

Dat er in deze sector personeelsproblemen zijn is algemeen gekend. Sinds corona staat het personeel constant onder zware druk. Er zijn er die definitief afhaken, anderen zijn langdurig ziek of belanden in een burn-out. In veel gevallen worden ze niet vervangen; in het beste geval zijn hun vervangers stagiaires, interims of anderen. Voor deze laatsten is hun tewerkstelling in de verzorgingssector veelal een voorlopige, tijdelijke stap in hun beroepsloopbaan. Ze zijn dan ook minder gemotiveerd. Er moet wel duidelijk gesteld worden dat niet alles op covid kan worden afgewenteld; ook in de pre-covid periode bestond het probleem.

De senioren hebben jarenlang gewerkt en de ruggengraat van de economie gevormd. Zij werkten in een tijd met minder sociale voorzieningen, met minder technische en zeker geen digitale hulpmiddelen. Zij verdienen ons respect. Het is de taak en verantwoordelijkheid van de huidige generatie om voor de vorige generatie te zorgen en ze optimale leefomstandigheden aan te bieden.

De residenten in woonzorgcentra bevinden zich sowieso in een zwakke positie. Zij  vrezen voor deze positie wanneer ze kritiek uitbrengen en willen conflicten met de directie vermijden. Vandaar dat veel problemen onder de radar blijven. De “zorginspectie” van het departement “Welzijn, Volksgezondheid & Gezin” levert degelijke inspectierapporten af maar zou veel meer zelf het initiatief voor inspecties moeten nemen.

De Vlaamse regering moet de problemen in de woonzorgcentra dringend en ernstig aanpakken. De besparingen van de laatste jaren die de levenskwaliteit van de senioren aantasten, zijn uit den boze. De rusthuizen moeten extra middelen krijgen of aanwenden om extra personeel -eventueel boven de wettelijk  normen- aan te werven. De verloning van de verpleegkundigen en zorgverleners moet beter. De opleiding moet eventueel worden herbekeken. Maar het beroep moet vooral  geherwaardeerd worden.  De druk moet weg; het sociale element van het beroep moet terug op de voorgrond kunnen treden. Het personeel moet terug “arbeidsvreugde” kunnen ervaren: ’s avonds niet alleen moe zijn van vastgelegde handelingen maar moe en tevreden  omdat ze een glimlach op het gelaat van een minder fortuinlijke medemens hebben kunnen toveren. Onze volksvertegenwoordigster Suzy Wouters levert in de “Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding” van het Vlaams parlement  puik werk in verband met de aangehaalde problematiek  en legt minister Beke meermaals het vuur aan de schenen.

De goede werking van de staat brokkelt meer en meer af, denken we in onze gemeente aan bpost, de woonzorgcentra, enz. Men kan zich de vraag stellen of een “vrijwillige burgerdienst”, bestaande uit vrijwilligers die zich voor de gemeenschap willen inzetten en in probleemsectoren zouden kunnen worden ingezet, geen oplossing zou bieden. Vrijwilligers genoeg, bewijs de massale vrijwillige inzet om de vaccinatiecentra te doen functioneren.

LM