Met dit plan duwt men nog meer mensen richting auto, wat voor nog meer files zal zorgen”

Grote delen van het Pajottenland en de Zennevallei dreigen vanaf volgend jaar in verkeersarmoede te vervallen. Oorzaak is het nieuwe vervoersplan van De Lijn dat het principe van de basismobiliteit dumpt in ruil voor de zogenaamde basisbereikbaarheid, dat vertrekt van een vraaggestuurd systeem. Om deze problematiek op de politieke agenda te plaatsen, voerde het Vlaams Belang in aanwezigheid van haar Vlaams-Brabantse parlementsleden en lokale mandatarissen een spandoekactie aan de stelplaats van De Lijn in Leerbeek.

Voor het nieuwe vervoersplan werden 15 vervoerregio’s uitgetekend, waar onder meer de lokale besturen en het Agentschap Wegen en Verkeer deel van uitmaken. Met de beschikbare middelen werken zij een openbaarvervoerplan uit voor hun streek. Aangezien men vertrekt van een vraaggestuurd systeem en de operatie ook budgetneutraal moet zijn, zullen de extra bussen die worden ingezet voor de dichtbevolkte zones – waar de vraag groter is –  in de noordrand ten koste gaan van de bediening van landelijkere gemeenten ten zuiden van Brussel. Vooral de gemeenten Halle, Roosdaal, Herne, Drogenbos, Beersel, Sint-Genesius-Rode, Gooik en Bever dreigen hierdoor in te moeten binden. Wie in die gebieden geen auto heeft, zal buiten de spits geen garantie meer hebben op openbaar vervoer.

De versterking van het aanbod in de noordrand mag volgens de Vlaams-nationale partij niet ten koste gaan van het aanbod in het Pajottenland en de Zennevallei. “Het gevolg zal immers zijn dat we mensen nog veel meer richting de auto en richting de file gaan duwen, en dat er bovendien vervoersarmoede dreigt voor wie zich geen auto kan veroorloven”, klinkt het in een persmededeling van het Vlaams Belang.     

Om de weggevallen lijnen te vervangen werd het ‘vervoer op maat’ gecreëerd. Dat bestaat uit een soort taxicentrale waar je openbaar vervoer – in de vorm van taxi’s of busjes – reserveert. Maar dat systeem is uiterst complex en peperduur. Bovendien werd de regio Vlaamse Rand hierin uiterst stiefmoederlijk behandeld. Uit berekeningen blijkt dat de kostprijs van het vervoer op maat voor onze regio zo’n 4 miljoen euro zou kosten, maar de Vlaamse regering trok er maar 676.000 voor uit. “De vervoerregio Vlaamse Rand krijgt slechts 1,4 procent van het totale Vlaamse budget vervoer op maat terwijl er 10 procent van de Vlamingen wonen. Er is dan ook nood aan een verschuiving van de middelen om die benadeling te corrigeren”, klinkt het.

De partij wijst erop dat er binnen de vervoerregio nood is aan een tweederdemeerderheid om het plan goed te keuren. Op 2 maart vergadert de vervoerregio een laatste keer om de knoop door te hakken, “maar zolang er budgettair geen extra inspanningen worden geleverd, ligt een duurzame oplossing niet in het verschiet”, aldus het Vlaams Belang.