Franstalige gemeentebesturen in de zes faciliteitengemeenten in de Vlaamse Rand maken al jaren gebruik van taalregisters. Franstaligen die dat wensen, kunnen op die manier hun taalvoorkeur registreren en zo alle gemeentelijke administratie in het Frans verkrijgen. Dit gaat echter in tegen de taalwetgeving en de omzendbrieven van de voormalige Vlaamse ministers Peeters, Keulen en Martens. Voor het Vlaams Belang is de maat vol. “De zes faciliteitengemeenten zijn Vlaamse gemeenten die zich moeten houden aan de taalwetgeving. Wie dat blijft weigeren, moet worden gesanctioneerd.”
De saga rond de taalregisters sleept al jaren aan. De Vlaamse regering boog zich vorig jaar nogmaals over de zaak en vroeg een juridisch advies op bij een gespecialiseerd advocatenbureau. Daarin werd duidelijk gesteld dat het aanleggen van een taalregister strijdig is met de grondwet. Een verwerking van persoonsgegevens met het oog op het bijhouden van een taalregister houdt immers een inmenging in van het recht op privéleven zoals vervat in artikel 22 van de Grondwet.
“Wie niet horen wil, moet voelen”
In navolging van het advies stuurde minister voor de Vlaamse Rand, Ben Weyts (N-VA) een brief naar de gemeentebesturen in de zes faciliteitengemeenten om hen op deze wetsovertreding te wijzen. Maar onder meer het gemeentebestuur van Sint-Genesius-Rode verklaarde hier geen rekening mee te houden. Voor Vlaams Belang-parlementslid Klaas Slootmans is deze weigering de druppel te veel. Hij agendeerde het dossier in het Vlaams Parlement bij minister voor Binnenlands bestuur Bart Somers(Open Vld) en bepleitte een assertievere houding.
Concreet vroeg hij de minister om burgemeesters en schepenen die de taalwetgeving niet respecteren te schorsen en zo nodig af te zetten op basis van artikel 156 van het decreet Lokaal Bestuur. Dat artikel geeft de Vlaamse regering de mogelijkheid om burgemeesters of schepenen te schorsen of af te zetten bij grove nalatigheid, wat volgens Slootmans het geval is. “We moeten aan de Fransdolle gemeentebesturen duidelijk maken dat de speeltijd definitief voorbij is. Wie niet horen wil, moet voelen”, aldus Slootmans.
Somers weigerde voorlopig om op die suggestie in te gaan en stelt zijn hoop op een rechtsgevolg bij het Grondwettelijk Hof. De Vlaamse regering wil immers dat de Raad van State een prejudiciële vraag stelt aan het Grondwettelijk Hof over de grondwettelijkheid van het aanleggen van taalregisters. Aangezien de Raad van State in het verleden heeft geweigerd om die vraag aan het Grondwettelijk Hof te stellen, vreest Slootmans dat dat ijdele hoop is.