De heer Laeremans zegt vernomen te hebben dat de eerste fase van de regioscreening in Vlaanderen is afgerond, ook in de provincie Vlaams-Brabant.
– Welke belangrijke conclusies kunnen daaruit getrokken worden voor onze provincie?
– Waar en wanneer dit rapport kan besproken worden?
– Wat is de volgende stap in dit proces?
De heer gouverneur zegt dat het rapport klaar is sinds enkele weken. Minister Bourgeois, die de opdrachtgever was, heeft het rapport voorgesteld. Het rapport is beschikbaar en online raadpleegbaar.
Door dit rapport zijn de samenwerkingsverbanden in kaart gebracht. Hieruit kan geconcludeerd worden dat het aantal samenwerkingsverbanden dat de gemeenten aangaan zeer groot is en zeer divers is. Dit is de jongste jaren zelfs nog toegenomen. Hierdoor is het bestuurlijk landschap niet bepaald overzichtelijker geworden.
De minister heeft steeds benadrukt dat dit rapport een oefening was die van onderuit vorm moest krijgen.
De bedoeling is dat de komende maanden toelichting wordt gegeven bij de tot stand gekomen inventaris.
Het is aan de provincieraad zelf om te bepalen of dit ook in haar schoot moet besproken worden.
Spreker wijst er op dat het rapport een oefening was van samenwerking tussen gemeenten. Het hele project had de bedoeling om vanuit de gemeenten te laten groeien. Het is ongetwijfeld zo dat de manier van samenwerken tussen de gemeenten ook invloed heeft op het beleid op provinciaal en Vlaams niveau.
In de volgende fase zal nagegaan worden of het aantal samenwerkingsverbanden kan verminderd worden of beter op elkaar kan afgestemd worden.
De heer Laeremans vraagt om dit in een volgende bureauvergadering te bespreken.
De heer voorzitter zegt dat dit in overweging genomen wordt.