Het capaciteitstekort en de gebrekkige voorrangsregeling waar het Brusselse Nederlandstalige basisonderwijs al vele jaren mee kampt, worden meer en meer zichtbaar in het secundair onderwijs. Dat blijkt uit cijfers die vandaag werden bekendgemaakt. 655 kinderen hebben nog geen plaats in een secundaire school. “Het beleid heeft hier onvoldoende op geanticipeerd”, stelt fractievoorzitter in het Brussels Parlement Dominiek Lootens-Stael (Vlaams Belang), “zowel kwalitatieve capaciteit als voorrang voor Nederlandstaligen moeten worden versterkt. Een goede keuze voor school en studierichting zijn doorslaggevend voor de latere beroepsloopbaan!”


Eind april vernamen we deinschrijvingscijfers voor het Nederlandstalige basisonderwijs. Het aantal aanmeldingen daalde met 8 procent maar toch kreeg nog ruim 3.500 van de 6.300 aangemelde kinderen nog geen plek toegewezen. Deze week vernamen we de cijfers voor het secundair waar de problemen nu ook steeds nijpender worden. Er werden 2.275 kinderen aangemeld voor een plaats in het Nederlandstalige secundair. Van hen kregen 655 kinderen geen plaats toegewezen, dat is het hoogste aantal ooit. De capaciteitsproblemen, gekend uit het basisonderwijs, werken versterkt door in de secundaire scholen. 18 van de 33 aan het aanmeldingssysteem deelnemende scholen kregen meer aanmeldingen dan er plaatsen zijn. Op het terrein wijst men er op dat veel ouders voor een aantal populaire scholen kiezen.

“Versterkt aanbod van gepaste studierichtingen maar ook een beter voorrangsbeleid voor Nederlandstaligen”


“Men mag dit probleem niet relativeren”, waarschuwt Lootens-Stael, “anders dan het basisonderwijs, waar naast kwaliteit vooral de nabijheid een rol speelt, is het bij secundaire scholen toch het onderwijsaanbod dat doorslaggevend is. En kwaliteit staat hier voorop omdat de basis wordt gelegd voor de latere beroepsoriëntatie. Ouders weten maar al te goed welke secundaire scholen een goed studieklimaat en een gepast aanbod hebben. Je kan leerlingen niet zomaar gelijk waar naartoe sturen!”

De Vlaams-nationalistische partij vraagt niet enkel te kijken naar een globale capaciteitsversterking van het Nederlandstalig secundair onderwijs in Brussel, maar wil vooral zorgen voor “een versterking van het bestaand aanbod van gepaste studierichtingen die tot een succesvolle beroepsstart kunnen leiden. Ook het taboe op een absolute voorrangsregeling voor Nederlandstaligen moet wijken.”

Lootens-Stael vraagt daarom dat de partners op het terrein, de scholen en de inrichtende machten, de VGC en het departement Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap samen een antwoord bieden op deze uitdagingen en dringt bij bevoegd collegelid Sven Gatz (Open Vld) aan op een diepgaand en breed overleg. In het Vlaams Parlement diende Vlaams volksvertegenwoordiger Jan Laeremans (Vlaams Belang) inmiddels een vraag in, gericht aan onderwijsminister Weyts, waarin hij de minister verzoekt dringend werk te maken van een absolute voorrangsregeling voor Nederlandstaligen in het Brusselse Nederlandstalige onderwijs.