Maar liefst 408 kleuters en 221 lagereschoolkinderen van ouders die Nederlands spreken en aangemeld werden voor het Nederlandstalig onderwijs konden dit schooljaar geen enkele school van hun voorkeur toegewezen worden. Dat blijkt uit cijfers die Vlaams Parlementslid Jan Laeremans (Vlaams Belang) opvroeg bij Minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA). “De voorrangsregeling voor Nederlandstaligen moet absoluut worden, want zelfs de voorziene wijziging van 55 naar 65% voorrangsplekken is niet voldoende om de vrije schoolkeuze te garanderen voor Nederlandstalige leerlingen.”


Het aantal aangemelde kinderen in het Brusselse Nederlandstalige onderwijs wier ouders een attest van voorrang Nederlands kon voorleggen zit in de lift. Voor het kleuteronderwijs waren er dit schooljaar 1.528 aanmeldingen van leerlingen met voor rang Nederlands, waarvan er 833 konden starten in de school van eerste keuze. Dat is een lichte stijging vergeleken met vorig schooljaar, waar er van de 1.343 aanmeldingen 797 terecht konden in de ‘eerstekeuzeschool’. In het lager onderwijs waren er 452 nieuwe aanmeldingen waarvan er 147 startten in de ‘eerstekeuzeschool’. Vorig jaar waren dat er ook 147, maar op slechts 342 aanmeldingen.

Uit het antwoord van de minister blijkt ook dat het Nederlandstalig onderwijs zeer populair blijft bij ouders die het Nederlands niet machtig zijn. Een meerderheid van de kinderen die worden aangemeld voor het Nederlandstalig onderwijs komt zelfs uit een gezin dat geen attest kennis Nederlands kan voorleggen. Voor de kleuterklas stagneert dit aantal en in het basisonderwijs is er zelfs een lichte stijging.

In de Brusselse Nederlandstalige scholen geldt wel een voorrang voor Nederlandstaligen ten belope van 55%, een aandeel dat zal worden opgetrokken naar 65%. Deze voorrangsreg els zorgen ervoor dat Brusselse Vlamingen niet worden weggedrumd uit het onderwijs in hun eigen taal en een verhoogde kans hebben om er terecht te kunnen. Indien je als ouder je kennis Nederlands kan aantonen heb je in de praktijk voor het kleuteronderwijs 2,75 keer zoveel kans om in de ‘eerstekeuzeschool’ in te kunnen schrijven en in het lager onderwijs 1,45 keer meer succes.

“Het capaciteitstekort in Brussel beperkt de vrije keuze in het Nederlandstalig onderwijs, ook van Brusselse Vlamingen”

“Toch is de huidige voorrangsregeling allerminst afdoende, aangezien het aantal Nederlandstalige kinderen dat alsnog niet in een Brusselse school van hun keuze binnengeraakt groot is”, waarschuwt Laeremans. Dat heeft te maken met het toegenomen aantal aanmeldingen en het capaciteitstekort. Bij de kinderen die wegens de taalkennis Nederlands van de ouders voorrang krijgen, gaat het dit schooljaar om 408 kleuters en 221 lagereschoolkinderen die in geen enkele school van hun voorkeur terecht konden. Hiervan verkaste een klein aandeel dan naar een school in het Vlaams Gewest, maar het overgrote deel belandde tegen 1 oktober uiteindelijk wel in een Brusselse school.

“Maar die is vaak te ver van hun woonplaats. Het capaciteitstekort beperkt zo ook de vrije schoolkeuze. Minister Weyts werkt wel aan een capaciteitsverhoging, maar ik vrees dat de demografische realiteit die plannen zal inhalen”, besluit Laeremans. Voor het Vlaams Belang is het dan ook hoognodig de plaatsen in ons Vlaamse onderwijs zoveel mogelijk voor te behouden voor Nederlandstaligen en de voorrangsregel absoluut te maken om te garanderen dat alle Nederlandstalige kinderen terecht kunnen in een Nederlandstalige school van hun voorkeur. Indien dit niet het geval is, dreigt dit een stadsvlucht van Brusselse Vlamingen in de hand te werken.

Wim Van Osselaer
Fractiesecretaris